Binnen de Universiteit Utrecht en het UMC Utrecht worden genetisch gewijzigde dieren gebruikt. Dit zijn vooral muizen, maar ook ratten en zebravissen.
Het gebruik van genetisch gewijzigde dieren neemt toe door technische ontwikkelingen, zoals de mogelijkheden van ‘genome-editing’. Hiermee kunnen heel specifieke onderzoeksvragen worden onderzocht. In een deel van de gevallen wordt er een menselijke eigenschap in het dier aangebracht.
Het aantal dierproeven met genetisch gewijzigde dieren steeg van 7.583 naar 10.439. Dit is 51% van het totale aantal dierproeven. Er werden 1.044 meer genetische gewijzigde zebravissen gebruikt dan in 2020. Deze stijging van het aantal genetisch gewijzigde vissen is voornamelijk het gevolg van onderzoek met genetisch gewijzigde zebravissen naar de invloed van chemische stoffen op stofwisselingsziekten. In 2021 werden 1.895 meer genetisch gewijzigde muizen gebruikt dan in 2020. Dit is waarschijnlijk deels een inhaaleffect na de coronabeperkingen in 2020.