De Universiteit Utrecht en het UMC Utrecht deden gezamenlijk 20.576 dierproeven. Het aantal is stabiel (143 meer dan in het jaar ervoor). De Universiteit Utrecht deed 9.719 dierproeven en het UMC Utrecht 10.857.
Binnen de Universiteit Utrecht werden 4.777 dierproeven uitgevoerd door de faculteit Diergeneeskunde. Dat is 2.534 minder dan in 2020 en het laagste aantal dat ooit voor de faculteit diergeneeskunde geregistreerd is. De daling heeft als oorzaak dat er in 2021 geen honden en katten meer werden bemonsterd voor coronaonderzoek en dat er minder proeven met kippen werden uitgevoerd. Daarnaast zijn er minder dierproeven voor onderwijs uitgevoerd. Dit komt door de onderwijsbeperkingen tijdens de coronapandemie en door het actieve verminderingsbeleid in het diergeneeskundig onderwijs.
De faculteit Bètawetenschappen (waaronder de departementen Farmacie en Biologie) deed 4.901 dierproeven. Dit is 926 meer dan in 2020 en komt voornamelijk doordat er meer zebravissen gebruikt zijn.